Wallfahrtskapelle St. Quintin
St. Quintinstrasse, 56281 Karbach
ST. QUINTIN Sint Quintin is een van de oudste kerken in Hunsrück. De oorsprong van de boerderij Quintenach, een kerk met dezelfde naam en de nederzetting Karbach (toen nog Büllingisheim of Bullingsheim geheten) gaat terug tot vóór het jaar 1000, en zou zelfs teruggaan tot de tijd van de Kelten. Voor het eerst St. Quintin werd voor het eerst genoemd in een bevestigingsdocument uit 1109 van paus Paschal II. De kleine bedevaartskerk bekoort door haar ongewone verschijning, een prachtige ligging direct aan de rand van het bos en de bron van St. Quintin recht tegenover. Het wordt alleen gesierd door een gevelruiter in plaats van een grote klokkentoren. Het indrukwekkende barokke hoogaltaar, het fresco van het Laatste Avondmaal en de houten figuur van St. Quintin zijn tijdens de zomermaanden op zondag te bezichtigen. Er is een legende in dit gebied dat St. Quintinus rond 800 na Christus met zijn kudde schapen door onze streek trok. Het was heet en de valleien en hoogtes zaten zonder water. St. Quintin (of Quentin zoals ook wordt geschreven) raakte de aarde aan met zijn staf en er ontsprong een heldere bron. De kerk van St. Quintin zou op deze plek gebouwd zijn. De bron borrelt nog steeds, rechts van de ingang van het kerkhof. Zelfs in de heetste zomer draagt het nog water. De legende van de gezonken klok St. Quintin's kerk had vroeger een echte toren. Maar het was in verval geraakt en de drie klokken die er hingen moesten naar elders worden verplaatst. Het verhaal gaat dat een van hen werd verkocht aan Wellmich bij St. Goarshausen voor een karrenvracht aardbeienwijn. voor een karrenvracht aardbeienwijn. De tweede ging naar de Sint-Annakerk in het centrum van Karbach. De mannen uit Karbach hadden echter weinig geluk met de derde, de grootste bel. Ze laadden het op een oude kar en wilden het naar Karbach brengen. De wegen waren toen nog niet ontwikkeld en de weilanden waren erg drassig. Omdat de klok zo zwaar was, brak onderweg een wiel en viel de klok van de wagen op het weiland. Er werd snel een ketting om zijn lichaam gelegd en er werden zeugen voor hem gespannen om hem op vaste grond te trekken. Maar het is ze niet gelukt. De volgende ochtend was de bel diep in het moeras gezonken. Het is er nooit meer uitgehaald. Het ligt er nog steeds en er wordt gezegd dat iedereen die op kerstavond rond middernacht langs deze plek komt, het kan horen rinkelen.